Home
Johanna Hendrika’s website
Verder
zaterdag 17 augustus – zondag 18 augustus Voor de nazomer van 2013 stonden aanvankelijk de Schotse eilanden Orkaden en Shetlands op het reis programma van de Johanna Hendrika.  Bij het ankeren op het Alkmaardermeer in het voorjaar bleek de ankerlier niet echt betrouwbaar meer te zijn. Bij het ophalen van het anker kwam de deksel van de tandwielkast los. Rond de Schotse eilanden, met weinig havens, is een anker vrij essentieel, maar we hebben
vooralsnog weinig zin in laswerk aan het voordek dat nieuw in de verf zit. Als nieuwe bestemming werd voor de Oostzee gekozen. Zaterdagochtend 17 augustus vertrekken we om half elf uit Alkmaar, richting Brunsbuttel, de ingang van het Kieler Kanaal. De westenwind heeft kracht zes. Mochten de weervoorspelling tegen de avond een verslechtering melden, kunnen we altijd op Vlieland overnachten. Op het Noordhollands Kanaal is alles rustig. De bruggen draaien snel en we schutten om half twee in Den Helder richting Waddenzee. Het is opkomend tij. Als we via het Molengat de Noordzee opgaan is de stroom tegen. We nemen daarom de route over de Waddenzee, via
Met twaalf knopen 
Langs Duitse en Deense eilanden - een zeiltocht door heden en verleden
2013
richting Brunsbuttel
Texelstroom, Scheurrak, Omdraai en Oude Vlie naar het Inschot en van daaruit in noordelijke richting naar het Stortemelk, het zeegat tussen Vlieland en Terschelling. Als we met hoogwater bij het Inschot zijn houden we de hele route stroom mee. Met twee reven en een flink ingedraaide fok gaat het allemaal vlot. Om zeven uur ´s avonds meldt het weerbericht west 5 tot 6, afnemend tot 3 á 4. We laten Vlieland links liggen en steken, met de motor bij voor wat extra hoogte, aan de wind de Noordzee op om vrij te blijven van de gronden ten noordoosten van Terschelling. Na een uurtje kan de motor uit en draaien we westwaarts richting Oostzee met de wind schuin op de kont. Met achtenhalve knoop varen we de nacht in. Als ik om twaalf uur door Dick wordt
afgelost en te kooi ga, mis ik het meest spectaculaire deel van de overtocht. De wind houdt zich niet aan de weersvoorspelling. Bij het passeren van de Eemsmond schiet de windmeter door naar 44 knopen - windkracht negen. Het wateroppervlak is inmiddels spierwit van het schuim, een vlaag rukt de vlaggestok met vlag uit de houder en doet deze tientallen meters verder in zee belanden. De GPS geeft een snelheid van 12 knopen aan. Als ik Dick om vier uur ´s morgens aflos is de wind alweer tot 6 afgenomen met af en toe een uitschieter naar 7. Tijdens mijn volgende middagwacht naderen we de Elbemond. Ondanks het stormachtige weer eten we er goed van. 's Nachts heeft er een kilo riblappen staan stoven
die er bij de lunch met aardappelen en uien smakelijk ingaan. Een Nederlands jacht komt ons tegemoet. Het is de Uglyduck van René Vleut, de schrijver van twee gidsen voor de Oostzee, waarvan we al jarenlang met veel plezier gebruik maken. Het is een snelle overtocht; om zes uur ´s avond is het hoogwater Cuxhaven en gaat de stroom op de Elbe naar binnen lopen. De wind is op; we strijken de zeilen en starten de motor. Om kwart voor tien liggen we voor de sluis in Brunsbuttel en om elf uur meren was af in het haventje achter de sluis, precies 36 uur nadat we in Alkmaar losmaakten.
Langs Oudeschild op Texel.
Dwarsgetuigd zeilschip in de haven van Cushaven.
Avond op de Elbe.