Johanna Hendrika’s website
om in één getij met stroom mee buiten
de invloed van de Elbe te raken. Op
maandag is het om 13.30 laagwater
Cuxhaven; de windverwachting is 4-5
zuidwest, aan het eind van de dag
toenemend tot 7. We vertrekken dan
ook om 09.00 richting sluis en varen om
10.15 de Elbe op. Cuxhaven is pal in de
wind; we varen op de motor. Dick's
recept is vlak langs de drukke geul met
de scheepvaart van en naar Hamburg
varen, waar de meeste stroom loopt, en
daarbij niet teveel gas geven om zo min
mogelijk op de warrige golfslag in te
beuken. Dat doen we dan ook maar;
zelfs met de motor op slechts 1000
toeren lopen we af en toe meer dan 8
knoop tegen de wind in. Om 13.30
liggen we afgemeerd in de jachthaven.
Daar zullen we naar verwachting enige tijd
moeten doorbrengen. Voor de volgende dag
wordt windkracht 7-8 uit het zuidwesten
voorspeld, met tijdens buien windstoten tot 9-
10. De vooruitzichten voor de dagen daarna
zijn evenmin gunstig. We zullen geduld
moeten hebben.
windkracht 4 zuidwest vertrekken we die
dag om 12 uur. Het is hoog water; met
ruim zes uur stroom mee kunnen we de
onaangename invloeden van de Elbe
achter ons laten. Hoewel het eerste stuk
bezeild is laten we de motor bijstaan om
wat extra snelheid te maken. Voorbij de
boei Elbe 1, op de positie van het
vroegere lichtschip, is de koers zuidwest
en moet de genua worden weggerold. Op
de motor, met een dichtgetrokken
grootzeil, liggen we rustig op het water
en lopen we 6,5 knoop en als later de
stroom tegen gaat staan toch nog 5. 's
Morgens vroeg, net voorbij de
Eemsmond, draait de wind naar het
zuiden en kan de genua er weer bij. De
motor kan uit; de wind waait lekker door
en we lopen ruim 5 knoop tegen de
stroom in.
Om uit de buurt van de ondiepten langs
de noordkust van de eilanden te blijven
houden we een koers aan in de nabijheid
van de shipping lane. Als we het zeegat
tussen Schiermonnikoog en Ameland
passeren zien we dat een afstand van
slechts drie mijl afstand ten zuiden van
de shipping lane al teveel is. De vloed
trekt ons naar binnen en er moet
bijgestuurd worden om vrij te blijven van
het Bornrif. Zaterdag tegen twaalven zijn
we bij het Stortemelk, de geul tussen
Vlieland en Terschelling. We hebben we
nog maar twee uur meegaande stroom
over. De route buitenom naar het
Marsdiep draait naar het zuiden en is pal
in de wind. Vierentwintig uur jakkeren -
om de aangekondige weersverslechtering
voor te blijven - laat onmiskenbare
vermoeidheidssporen achter en we
besluiten dat Vlieland voor vandaag ver
genoeg is. Morgenochtend is het om tien
uur hoogwater Harlingen en als we
bijtijds weggaan kunnen we via het
wantij bij het Oude Vlie snel het
westelijke wad bereiken. Om kwart over
een liggen we voor de wal. Als ik even ga
liggen val ik in een diepe slaap.
Vlak voor aankomst op Vlieland maken
we nog een spectaculair optreden van de
douane mee. In het Stortemelk komt
ons een motorschip van de douane
tegemoet. Op onze hoogte wordt er een
rubberboot gestreken en vier man, in
rubber pakken gehuld, scheuren met
hun 200 pk buitenboordmotor op ons af.
'Waar komen jullie vandaan?', is de
vraag. ' Cuxhaven', blijkt een
bevredigend antwoord te zijn. Ze
scheuren terug naar het moederschip,
dat de rubber compagnie weer aan
boord hijst. Per marifoon moet het
uitwisselen van dit soort informatie toch
voordeliger kunnen, denken we
onvermijdelijk.
Hert KNMI verwacht voor de volgende
dag ZW 6, de website Windfinder houdt
het op ZW 7. Windfinder komt het
dichtst bij de waarheid merken we,
wanneer we met een pittige zee op de
kop door de Texelstroom ploegen. In het
voorjaar heb ik hier met een
zeilverenigingsuitje nog vlot tegen de
wind in gelaveerd. Nu ontbreekt de puf
om nog zeil te zetten. De reis zit er bijna
op. Als we in Den Helder arriveren staan
de deuren van de
Koopvaardersschutsluis al open en ook
op het Noordhollands Kanaal geven de
brugwachters ons de snelst mogelijke
doortocht. Om half zes maken we vast
op onze ligplaats naast het Alkmaarse
politiebureau. Johanna Hendrika's rondje
om de Noord zit erop.
Naar huis
Druk scheepvaartverkeer op het Kieler Kanaal. Vlak voor Brusbuttel passert ons nog een
ouderwetse raderboot.
Dinsdag 6 september – zondag 11
september
Het oponthoud in Cuxhaven duurt drie
dagen. Harde wind en regen maken de tocht
naar Nederland tot een niet aan te raden
avontuur. Het aantal Nederlandse jachten in
de haven groeit gestadig. Iedereen wacht op
beter weer.
We maken kennis met een stadsgenoot,
Dave de Moel uit Alkmaar, die met zijn
Manhattan, een elf meter lange polyester
Sigma van Engelse makelij, enkele uren voor
ons Cuxhaven is binnengelopen. Hij zeilt
alleen en is naar Stockholm geweest. Hij
heeft al diverse keren verwaaid gelegen; de
dag dat hij weer aan het werk moet komt
gevaarlijk dichtbij. We brengen enkele
genoeglijke avonden bij elkaar door en
spreken af gezamenlijk te vertrekken –
vanaf vrijdag is er beter weer voorspeld.
Maar we moeten snel zijn, na twee dagen
wordt er alweer een nieuwe depressie met
harde westelijke wind voorspeld. Met
Rondje om de Noord 2011