Johanna Hendrika’s website
Vanaf Gdansk gaan we richting Riga, dus
voorlopig langs de Baltische kust naar
het noorden totdat we de Golf van Riga
kunnen binnenvaren. De eerstvolgende
haven is dan Kaliningrad, het vroegere
Koningsbergen, de stad van de filosoof
Immanuel Kant. Kaliningrad en het
omliggende gebied vormen thans een
enclave van de Russische federatie
tussen Polen en de Baltische staten en
het aandoen van havens daar kost een
eindeloze papieren voorbereiding bij een
van de Russische consulaten. We
besluiten daarom maar om rechtstreeks
door te varen naar de Litouwse haven
Klaipeda, honderdtien mijl noordoostelijk
van Gdansk.
De wind komt uit het noordwesten en is
aanvankelijk kracht 3. De GPS geeft aan
dat we nog wel twee dagen onderweg
zullen zijn. Als ik te kooi lig tijdens Dicks
wacht voel ik aan de beweging van het
schip dat de wind toeneemt. Er gebeurt
echter ook nog wat anders, hoor ik,
wanneer ik de wacht overneem. Ons
stuurrad wordt met een spie op de as
van de stuurlier op zijn plaats gehouden;
twee bouten voorkomen dat het
stuurwiel naar achter loswrikt. Die bouten
willen wel eens iets losdraaien, waardoor de
druk erop toeneemt. Eén keer is teveel en
dat is vanavond het geval; een van de
bouten breekt af en Dick ziet het stuurwiel
van de as afrollen. Er zijn gelukkig
reservebouten aan boord en Dick weet alles
snel te herstellen. De volgende dag, in
Klaipeda, worden de gaten uitgeboord,
wordt er nieuw schroefdraad getapt en gaan
er zwaardere bouten in.
De wind is inmiddels een royale 5 en we
maken flink vaart, soms een ruime 11
knoop. Na achttien uur varen arriveren we
in Klaipeda. De 'Old Castle harbour', waar
we in 1999 lagen, blijkt niet meer in gebruik
en we moeten in een splinternieuwe marina
afmeren. We krijgen een plaats aangewezen
naast de in Nederland gebouwde
topzeilschoener Brabander, die nu onder
Litouwse vlag vaart, en worden ondanks het
vroege uur met luide stem gesommeerd
onmiddellijk naar het kantoor van de
havenmeester te komen. Deze spreekt
slechts Litouws, maar hij duwt me een
Engelstalig papier in handen, waaruit blijkt
dat we veertig euro per dag moeten betalen.
Dat is zelfs voor onze afmetingen redelijk
veel. Nou ja, voor één nacht, denk ik. Maar
zover zijn we nog niet; eerst moet het
papierwerk verricht worden en voor ik het
weet beland ik midden in een toneelstuk. De
man biedt mij een stoel aan en begint een
factuur in tweevoud te schrijven. Dit werk
wordt echter steeds onderbroken – af en toe
wordt hij weggeroepen, dan weer heeft hij
een onduidelijk klusje buiten de cabine die
als havenkantoor dient. Na ongeveer een
half uur komt een tweede havenfunctionaris
de cabine binnen, die op nogal scherpe toon
in het Litouws tegen me van wal steekt. Ik
probeer Engels en vervolgens Duits, dat hij
machtig blijkt te zijn. Het is de directeur van
de marina, die me erop attent maakt dat ik
op de stoel van de havenmeester zit, wat
niet hoort, en me vervolgens de deur wijst.
Als ik hem uitleg dat ik slechts mijn
havengeld wil voldoen en op de voltooiing
van de rekening wacht, volgt er een
onvriendelijk klinkende predicatie in het
Litouws in de richting van de havenmeester.
Na ongeveer drie kwartier krijg ik mijn
rekening en trek ik een biljet van vijftig
euro. Een nieuw probleem; in het kantoor
zijn geen euro's en we moeten bij een bank
in de buurt geld gaan wisselen. Onderweg
krijg ik ongevraagd een excursie door het
nieuwe toilet- en douchegebouw. De
havenmeester trekt de deur van de
damesafdeling open, waarachter twee
vrouwen zich uitgebreid staan te wassen –
poedelnaakt. Hij houdt de deur nog even
open en probeert me in zeer gebrekkig Duits
uit te leggen dat dit de damesafdeling is,
alsof dat nog niet duidelijk was. Na nog een
wandeling arriveren we bij een bankkantoor
en krijg ik twee biljetten van vijf euro
terug; de procedure heeft ruim een uur
in beslag genomen.
Klaipeda heette vroeger Memel en
behoorde tot Oost-Pruisen. Nu vormt de
stad de opening van Litouwen naar de
zee en is er een flinke haven tot
ontwikkeling gekomen. De stad zelf
maakt een wat slaperige indruk: een
klein centrum met smalle straten met
zeer ongelijk liggende kinderhoofdjes en
lage bebouwing, hier en daar in vakwerk.
Daaromheen is de nieuwe stad, voor het
grootste deel in de Sowjetperiode
neergezet. Klaipeda vormt tevens de
ingang van het Koerlandse haf, een
binnenmeer dat door een smalle
landtong van de Oostzee wordt
afgescheiden. Die landtong kwam al
vroeg in de twintigste eeuw als
vakantiegebied tot ontwikkeling; de
Duitse schrijver Thomas Mann had er een
zomerhuis. Aan de zeekant zijn
stuifduinen, aan de kant van het meer is
de landtong deels bebost. Dit stuk land
heeft een bewogen geschiedenis.
Napoleon is er reeds doorheen getrokken
en aan het einde van de Tweede
Wereldoorlog trachtten vele duizenden
etnische Duitsers via de landtong aan het
naderende Rode Leger te ontkomen.
Tevergeefs, ze bereikten het Duitse
passagiersschip Wilhelm Gustloff, dat aan
de andere kant van de landtong lag
afgemeerd, maar dit werd voor de Poolse
kust bij Leba door de Russen
getorpedeerd.
Het Koerlandse haf is vrij ondiep, maar
we ontmoeten een Engelssprekende
Litouwer die een oud houten,
oorspronkelijk Engels motorjacht in
stand tracht te houden en veel op het haf
vaart. Hij toont ons een kaart en legt uit
waar we in het bijzonder moeten
oppassen om niet aan de grond te lopen.
Bij de watersportwinkel aan de haven
slagen we erin een recente kaart aan te
schaffen en we wagen het erop. Nog een
nacht veertig euro afdragen gaat ons te
ver en op woensdag verlaten we in de
namiddag de marina. De wind is
noordwest kracht 2-3 en op bezaan en
fok zeilen we de langgerekte haven van
Klaipeda door, passeren een eilandje dat
vol met sterns zit en belanden in de
serene rust van het meer, tussen
beboste oevers met hier en daar een
villa. Bij het dorp Juodkrante zien we
een betonnen pier waar zojuist een
passagiersbootje van de kop vertrekt.
Kennelijk is het er dus diep genoeg, aan
de zijkant van de pier is nog wel een
plekje en om half negen liggen we voor
de wal, nieuwsgierig gadegeslagen door
over de pier flanerende dorpsbewoners,
toeristen en hengelaars. Verderop ligt
een als replica van een koggeschip
bedoeld vaartuig met restaurant aan
dek.
woensdag 2 juli 2008
Het vertrek
Oostzeereis 2008