Johanna Hendrika’s website
Op woensdag vertrekken we met west 3-
4 van Leba naar Hel. Hel ligt op de kop
van de landtong die de Golf van Gdansk
van de Oostzee afscheidt, een dertig
kilometer lange strook land die hier en
daar hooguit 100 meter breed is. Het is
een typerende kustvorm in dit deel van
de Oostzee, de zg. haffenkust. Aan de
zuidkust van de Oostzee is sinds eeuwen
een langzaam verlandingsproces gaande.
Er worden landtongen voor de kust
gevormd die binnenmeren doen ontstaan
die op den duur van de zee afgesloten
worden. Polen zijn gek op water en de
landtong van Hel is een populaire
vakantiebestemming. Ook Hel, van
oorsprong een vissersdorp, maakt al
ruim tien jaar een gestage ontwikkeling
als toeristenplaats door. Het seizoen is
nog niet begonnen, overal zijn nog
tentjes met allerlei kermisachtige
attracties in opbouw. Toen we hier in de
jaren negentig van de vorige eeuw voor
het eerst kwamen, was de haven nog
afgesloten voor het publiek; de
visserijmaatschappij had geen behoefte
aan bezoekers. Nu is er echter een
boulevard langs de haven. Mannen in
zeeroverskledij maken er reclame voor
tochtjes over de Golf van Gdansk met
rondvaartboten, meestal ex-
vissersschepen. Rond de vroegere kerk is
een soort kerkhof met rompen van oude
houten vissersschepen en in de kerk is
een klein scheepvaartmuseum.
De tocht van Leba naar Hel verloopt
uiterst rustig. De wind laat het al snel
afweten en we leggen het grootste stuk
op de motor af. Bij Hel lag vroeger een
deel van de Poolse marine en
buitenlandse schepen mogen nog steeds
niet te dicht onder de kust komen. Opletten
dus; de Poolse kustradar houdt het
scheepvaartverkeer nauwlettend in de
gaten. Vijftien jaar geleden, tijdens de
maiden trip van de Johanna Hendrika,
moesten we op zee brandstoffilters
vervangen en werden we ogenblikkelijk per
marifoon opgeroepen met de vraag waarom
we stil lagen. Hel ligt 50 mijl vanaf Leba; we
vertrekken om negen uur 's morgens en
arriveren 's avonds tegen achten. We
strijken er binnen in een van de vele pubs,
Captain Morgan's, Admiral Nelson's, enz.,
ingericht met scheepvaart bric á brac, en
genieten van veel Pools bier en gebakken
vis.
De volgende dag is er weinig gewijzigd aan
de weersituatie; wederom een lichte flauwte
uit westelijke richting. De zeilen gaan er wel
op, maar zonder motor wordt het nachtwerk
eer we in Gdansk aankomen en de invaart is
onverlicht. De haveningang maakt deel uit
van de delta van de Wisla (Weichsel), die
rivier die door een groot deel van Polen
stroomt. Het is mogelijk om midden in de
oude stad te liggen, maar de daar
gevestigde marina is erg duur en voor de
Johanna Hendrika ook eigenlijk aan de
kleine kant. Norbert, een goede kennis uit
de tijd dat ons schip in Gdansk gebouwd
werd, heeft een plaats voor ons geregeld in
een jachthaven in het nog onbedorven
vissersdorp Gorki Zachodnie aan een andere
Wisla-arm, vijf mijn ten oosten van Gdansk.
Hier lig je heerlijk rustig tegenover een
natuurgebied en er vertrekt om het uur een
bus richting Gdansk. Michaels vakantie zit er
helaas op. Bij het kantoortje van de Poolse
luchtvaartmaatschappij LOT kan hij voor de
volgende dag een vlucht boeken en op
zaterdag vliegt hij via Warzawa naar
Amsterdam.
De bouw van ons schip duurde enkele
jaren en in die tijd hebben we de stad
goed leren kennen. In het oude centrum
stond in 1945 nog slechts één gebouw
overeind. Na de oorlog is dit stadsdeel
echter gerestaureerd. Aan de hand van
tekeningen, foto's en schilderijen is de
oude stad gereconstrueerd, waarna de
casco's van de panden in beton werden
gereconstrueerd, waartegen de in het
puin teruggevonden baksteen werd
gemetseld. In tijd is men bij deze
operatie een paar fasen teruggegaan.
Gdansk was een prominent lid van het
middeleeuwse Hanze verbond, maar
ontwikkelde zich in de zestiende en
zeventiende eeuw tot een
kosmopolitische handelsstad met veel
invloeden uit Nederland, dat de
belangrijkste handelsnatie in het
Oostzeegebied was – in de architectuur
is dit terug te zien in de stijl van het
Hollands maniërisme, o.a. bij het
stadhuis. In de achttiende eeuw werd
Polen door Pruisen en Rusland van de
kaart geveegd en kreeg Danzig, zoals de
stad toen officieel ging heten, een meer
Duitse uitstraling. Die periode heeft men
bij de restauratie van de binnenstad uit
willen wissen door terug te keren naar
het stadsbeeld aan het einde van de
zeventiende eeuw. Op deze ingreep in
de geschiedenis is uit restauratie-
oogpunt wel wat af te dingen; met de
bescheiden middelen die men vlak na de
oorlog had is er in ieder geval zorgvuldig
tewerk gegaan.
Langs de randen van de oude stad lagen
tot voor enkele jaren nog tal van
stukken braakliggend terrein, ook een
gevolg van de bombardementen aan het
einde van de Tweede Wereldoorlog. Hier
zijn thans in de sfeer van de
projectontwikkeling hele straten in een
soort nep-renaissancestijl gerealiseerd,
die nogal afsteken tegen de zorgvuldige
aanpak van de wederopbouw van de
binnenstad. De hoofdstraat heeft zich
met terrasjes en souvenirwinkels tot een
echte toeristenader ontwikkeld; in de
omliggende straten is het rustig
gebleven en valt er zeer te genieten van
zeventiende eeuws straatmeubilair in de
vorm van stoepen, bordessen en
pothuizen.
We verdelen onze tijd tussen
stadswandelingen, terrasbezoek en het
aanvullen van onze voorraad. Ook
kunnen we hier voor onderdelen voor de
leidingen van onze watervoorziening en
centrale verwarming. Die is destijds
aangelegd met Poolse leidingen met een
Amerikaanse maatvoering. In Nederland
is daar niet aan te komen, dus we halen
ons hart op in een bouwmarkt, waar
volop passende koppelingen te krijgen
zijn.
zondag 29 juni 2008
Leba - Hel - Gdánsk
Oostzeereis 2008