Home
Johanna Hendrika’s website
Verder
Bornholm is een heuvelachtig eiland met een landschap dat Engels aandoet: groene heuvels, afgewisseld met lager en hoger geboomte. De meeste plaatsen liggen aan de kust. Het eiland werd al vroeg druk bewoond en daarvan getuigen de vele bouwwerken die uit de middeleeuwen dateren: de ronde kerken en de vakwerkhuizen. Svaneke, aan de noordkust, heeft in 1975 een prijs gehad voor de zorgvuldige restauratie van het oude stadscentrum. Oude bedrijfjes worden eveneens liefderijk in stand gehouden, zoals een snoepwinkel in
Svaneke, waar alle snoep met de hand gemaakt wordt, en de haven- en scheepssmederij aan de haven in de hoofdplaats Rönne, waar we liggen. We krijgen daar gezelschap van een Poolse tweemastbark, de Frederik Chopin, die een tien maanden lange reis maakt, eerst langs de diverse Sail Baltic evenementen en vervolgens naar Canada. Het schip wordt gefinancierd uit charterinkomsten, maar ook de bemanningsleden – uitgezonderd de betaalde officieren - moeten zelf voor de kost en inwoning opdraaien: 40 euro per dag. De reis komt dan op 12.000 euro; voor de gewone Pool zal dat nog wel niet zijn weggelegd. Joke, die als gevolg van ziekte minder valide is, en ik bekijken het hele eiland met de bus, de rest van de bemanning gaat per fiets. Aan het eind van de middag ontmoeten we ze bij de bushalte met een
lekke band. Geen nood, alle bussen hebben een fietsenrek achterop. De haventjes aan de noordkust zijn erg leuk, maar te klein voor de Johanna Hendrika. Hasle, aan de westkust is wel groot genoeg: iets voor een volgende keer misschien. Op zaterdagmorgen varen we uit. De weersvoorspelling is zuidwest 5-6, afnemend tot 4. We willen naar de Poolse kust; naar welke haven laten we voorlopig even van de windrichting afhangen – we vermijden pal voor de wind te zeilen. We moeten een paar mijl op de motor tegen de wind in om de banken voor de kust te ontlopen. Tussen de banken staat een flinke zee; we laten de motor niet te hard draaien om de scheepsbewegingen binnen de perken te houden. Na de aanloopboei kiezen we een oostelijke koers; we rollen nog wel wat maar varen meteen veel rustiger. In de loop van de dag wordt het weer helderder en neemt de wind wat af. De keuze is tussen de Poolse havens Darwowo, Ustka en Leba. Voor Ustka ligt een gebied met vaarrestricties, meldt de gids, vanwege millitaire oefeningen. Het is inmiddels donker, we zien vuurpijlen en betonning met rode lichtflitsen, gepaard gaand met veel marifoonverkeer in voor ons onverstaanbaar Pools. Hier moeten we kennelijk flink uit de kust blijven. We gijpen en varen vijftien mijl in noordoostelijke richting, waarna Leba als bestemming het meest voor de hand ligt. Daar arriveren we zondagochtend 11 uur.
In Leba kwamen we wel eens toen de Johanna Hendrika nog in Gdansk in aanbouw was. Het is een vissersdorp aan een riviertje vlakbij een groot binnenmeer, een vroeger haf aan de oostzeekust waarvan de ingang verzand is. Destijds lagen de vistrawlers nog midden in het dorp. Sindsdien is de opkomst van het toerisme hard gegaan. Meer en strand zijn vlakbij en daartussen ligt een bijzonder natuurgebied: een strook stuifduinen, kale zandduinen, waar hier en daar nog boomstammen uitsteken van land dat ondergestoven is. Het ziet er woestijnachtig uit en het gebied zou ook wel eens als locatie voor woestijnfilms gebruikt zijn. Volgens een hardnekkige legende zou de Duitse generaal Rommel hier zijn Afrika Korps getraind hebben. Thans is Leba een populaire badplaats met in het centrum
huis aan huis restaurantjes, kroegen en souvenirwinkels. Het is een echte volksbadplaats, in tegenstelling tot het meer elitaire Sopot bij Gdansk met zijn wandelpier en luxueuze villa's. De prijzen zijn er redelijk en er heerst een gezellige drukte. Waar vroeger de vissersschepen in het dorp lagen, ligt nu een recent gebouwde kruising tussen een vikingschip en een kogge, waar je bier kunt drinken. Op de werf wordt een visserschip omgebouwd tot een dwarsgetuigde driemaster. Voor de volgende dag voorspelt de Deutsche Wetterdienst west 7-8 en ze hebben het bij het rechte eind. We blijven een dagje liggen in Leba, vullen de voorraden aan en rusten wat. Na de oververhitte Deense prijzen is het Poolse prijsniveau een verademing; een biertje op een terras gaat voor een euro en bij de slager rekent Joke voor 1 kilo kipfilet, een pond hamlapjes, zes braadworstjes, 2 ons salami en 4 ons ham een tientje af. Daar kan zelfs de Aldi niet tegenop. maandag 23 juni 2008
Van Bornholm naar Leba
Oostzeereis 2008
Terug