Johanna Hendrika’s website
Voor de volgende dag is het weerbericht
veel beter; de wind zal afnemen en we
besluiten in de richting van de Zweedse
oostkust te vertrekken. We willen
eigenlijk naar Vastervik, maar in die
richting komt de wind wat te achterlijk is
en we besluiten in de richting van het
noordelijker gelegen Valdemarsvik te
gaan. Als we vertrekken is de wind
afgenomen tot kracht vier, maar na een
paar uur, op zee, wakkert de wind toch
weer aan tot zes á zeven. Al sinds onze
overtocht naar Noorwegen loopt de roller
van het middenstagzeil soms even vast
en als we 's avond, omdat de wind blijft
doorzetten, het zeil weg willen halen
loopt de installatie muurvast. Een uur
later proberen we het nog eens. Ik trek
en trek, maar het zeil wil niet naar
binnen en tot overmaat van ramp slaat
het wapperende zeil er met schoot en al
een paar maal los omheen. Het lukt Dick
uiteindelijk om de zaak uit de war te
krijgen en dan wil de roller ook weer
draaien. We zijn inmiddels dicht bij de
kust; de navigatie tussen de rotseilanden
vraagt alle aandacht en alle zeilen
worden nu geborgen. De geulen tussen
de eilanden zijn goed bebakend, met hier
en daar lichtboeien en veel zogenaamde
sectorlichten. Deze geven in diverse
richtingen verschillende kleuren licht en
om veilig te varen moet men de witte
sector houden. Toch gaat het mis; de
geulen zijn smal en een kleine stuurfout
heeft hier grote gevolgen. We raken een
rots onder water, worden verder uit onze
richting gezet en komen met het roer op
de stenen terecht. De borging van het
roer begeeft het, het roer schiet uit de
pennen en we zijn onbestuurbaar. Hier
komen we op eigen kracht niet meer uit.
Toch lukt het Dick door beurtelings de motor
in zijn voor- en in zijn achteruit te zetten om
vrij van de stenen te blijven. Als we op dit
moment weer marifoonproblemen zouden
hebben zou er zonder roer weinig resten dan
in een van de reddingvlotten te gaan,
realiseer ik me. Maar het apparaat werkt
feilloos en op ons mayday (noodsein) wordt
onmiddelijk gereageerd. Er is een schip van
de Zweedse kustwacht in de buurt dat in
ongeveer twintig minuten bij ons kan zijn.
Ondertussen vraagt de Zweedse telefoniste,
die ons sein opving, of we water maken. Ik
kijk onder alle vloeren en check ook het
kabelgat, maar alles is gelukkig droog. De
kustwacht arriveert op het beloofde tijdstip
en neemt ons op sleeptouw. Om vier uur 's
nachts is ons avontuur voorlopig afgelopen,
als we in Gryt zijn aangekomen, de enige
plaats in de omgeving waar een werf met
een helling van voldoende capaciteit is.
We melden ons de volgende dag bij het
werfpersoneel. Diezelfde dag nog wordt het
roer, dat aan de stuurkabels achter de boot
aanhangt, met een kraan uit het water
gehesen en de volgende dag, donderdag 7
augustus, gaan we de helling op en krijgen
we een overzicht van de schade onder water.
Er is verfschade en we hebben enkele
deuken opgelopen. De pennen, waaraan het
roer hing zijn krom, de borging is eraf
geslagen en van het roer zelf is het
kwadrant, waar de kabels omheen lopen,
verbogen. Ook de roerkabels vertonen
schade en moeten vervangen worden.
Op maandag 11 augustus gaan we weer te
water. In de tussentijd is er hard gewerkt. De
stuurinrichting wordt gerepareerd en het
verfwerk wordt hersteld. Herstel van de
deuken is in Gryt niet mogelijk. In overleg
met de expert van de verzekering wordt
besloten dat in Nederland te laten
plaatshebben. De laatste dag in Gryt wordt
besteed aan de niet goed werkende
rolinstallatie van het middenstagzeil. Als de
rol gedemonteerd is blijken diverse
onderdelen los te zitten. Helaas verstrekt de
fabrikant, Facnor, wel een instructie om de
installatie te monteren, maar geen
tekeningen van het binnenwerk - men gaat
er kennelijk van uit dat hier geen onderhoud
nodig is. We besluiten om de hele installatie
dan maar te demonteren om er in Nederland
naar te laten kijken. Het lukt echter niet om
het aluminium profiel, waarin het stagzeil
gehesen wordt, onbeschadigd uit de mast te
krijgen. Diverse boutjes zijn aan het
lichtmetaal vastgecorrodeerd en zijn niet
niet meer los te krijgen en ook de kunststof
hulpstukken, waarmee het profiel aan de
roestvast stalen stag vastzit, zijn hopeloos
vastgeklemd. Het profiel laat zich slechts
verwijderen door het in stukken te zaken en
we kunnen weinig anders dan het op de
vuilnisbelt van de werf achter te laten. Aan
de overgebleven stag wordt nu, in plaats
van het middenstagzeil, een oude fok gezet.
Gryt bestaat uit een werf en een restaurant,
terwijl openbaar vervoer ontbreekt. Voor
iedere boodschap moet je veertig kilometer
met een taxi heen en weer. We moeten
nodig fourageren en besluiten dan ook om
de volgende dag te vertrekken naar het
dichtstbijzijnde stadje Valdemarsvik.
Weliswaar staat er een zuidenwind van
kracht zes a zeven, recht op de kop, maar
het grootste deel van de tocht varen we
beschut, tussen de eilanden en door een
fjord. Er zit een bodempje vuil in de
waterscheidingsfilter van de hoofdmotor
en ook in een van de brandstoffilters. In
Valdemarsvik is na de boodschappen
gelegenheid om dat schoon te maken en
dan volgt een nieuwe schrik. De Johanna
Hendrika is ruim tien jaar als
charterschip in gebruik geweest en is
thans privéjacht. Dat brengt een
verandering in fiscaal regime met zich
mee: in plaats van accijnsvrije rode
tanken we nu kleurloze dieselolie.
Voorlopig betekent dat dat onze
tankinhoud een steeds lichter wordende
roze tint heeft. Wat er echter in
Valdemarsvik uit de dagtank komt lijkt
daar niet op: het is een troebele vloeistof
die nog het meest aan een
frambozenmilkshake doet denken. De
beschadigingen aan het onderwaterschip
zijn nauwkeurig gecheckt en er is
nergens lekkage geconstateerd. Is er wel
goed genoeg gekeken, is er toch geen
water in de dieselbunker doorgedrongen?
De volgende dag wordt een van de luiken
aan de bovenzijde van de bunker
geopend. Omdat olie lichter is dan water,
zakt dit naar de onderzijde van de tank.
Dick heeft een inventieve methode
bedacht om dit te checken: een slang,
verzwaard met een dieptelood, word aan
een telescopische verfrolhouder in de
bunker neergelaten en naar het diepste
punt geloodst. Aan de andere zijde van
de slang is een boormachine met
vloeistofpomp bevestigd en zo wordt
vloeistof onder uit de tank gepompt. We
waren al enigszins gerustgesteld omdat
de dieselolie er aan het oppervlak
normaal uitzag en inderdaad, er zit geen
water onder in de bunker. De oorzaak
van de troebele vloeistof in de dagtank
moet elders gezocht worden.
Vermoedelijk is, toen we aan de grond
liepen, wat water via de ontluchting in
die tank terechtgekomen. De dagtank is
inmiddels van zijn inhoud ontdaan en ter
voorkoming van herhaling wordt de
ontluchting van een houten prop
voorzien.
Ondanks dat alle patrijspoorten, luiken
en deuren openstonden, blijft er een
penetrante dieseloliegeur in het schip
hangen. Een forse schoonmaakbeurt
volgt dan ook.
De hele dag zit er een groepje
gepensioneerden mannen naast de
Johanna Hendrika te hengelen. Ze
hebben een tas vol biertjes bij zich, dus
het gaat er gezellig aan toe. En ook de
vangsten zijn goed; ze halen enorme
baarzen op. Ze hebben onze
werkzaamheden met aandacht gevolgd
en Dick maakt een praatje met ze. Hij
komt terug met twee grote baarzen, die
dezelfde avond nog soldaat gemaakt
worden. De volgende dag is het helder
weer en motoren we, bij gebrek aan
wind, naar Vastervik, veertig mijl naar
het zuiden. Het is zaterdag en overal
zien we zeiljachten; Vastervik is een
belangrijk watersportcentrum. Zo
wennen we langzaam weer aan de leuke
kanten van het varen.
zondag 17 augustus 2008
Het gaat niet altijd voor de wind - 2
Oostzeereis 2008