Home
Johanna Hendrika’s website
Verder
Flekkefjord is een kleine plaats met veel eind negentiende eeuwse houten villa's en hotels, de als gezond beschouwde zeelucht zal er wel toe hebben bijgedragen dat het toerisme hier op gang kwam. Van veel vroeger dateren de banden met Amsterdam. Uit de omgeving van Flekkefjord werden veel heipalen naar Amsterdam geëxporteerd. De 'Hollandse wijk' herinnert hier nog aan. Aan de gemeentelijke steiger lig je gratis; water en elektriciteit kosten 50 kronen per dag. De plaatselijke bevolking is zeer vriendelijk en behulpzaam. Als 's avonds de elektriciteit uitvalt, schiet men ons te hulp en wordt er net zolang rondgebeld tot er een gemeentelijke monteur aan de haven gearriveerd is. Hoe verder we naar het Noorden varen, hoe helderder alles om ons heen wordt. Het wateroppervlak is staalblauw en als de patrijspoorten onder water verdwijnen bij het hellen van de boot zien we een soort mint-blauwe tint. Rond drie uur 's nachts lopen we de Listafjord binnen. De fjord krinkelt tussen de bergen en de zee is al snel uit zicht. Als we
donderdagmorgen rond vijf uur 's morgens in Flekkefjord aankomen baadt dit reeds in het heldere zonlicht. De volgende dag is het feest in het stadje: het begin van de zomer wordt gevierd met theater- en muziekvoorstellingen. De gemeentelijke steiger bevindt zich aan een smalle doorgang is de fjord, waar we niet kunnen draaien. We moeten dus achteruit de haven uit, een manoeuvre waarbij de Johanna Hendrika slecht bestuurbaar is. Een Nederlander, Pim, die al dertig jaar in Flekkefjord woont en met zijn zeiljacht naar het zomerfestival is gekomen, biedt aan ons te helpen. Hij trekt het achterschip naar de goede kant als we uit het roer dreigen te lopen. Zo komen we zaterdagmorgen zonde problemen de smalle doorgang uit.
We willen wat diesel tanken en in een zijarm van de fjord is een bunkerstation, dat we tussen de rotsen manoeuvrerend weten te bereiken. Het bunkerstation blijkt geautomatiseerd te zijn en werkt alleen met creditkaarten, terwijl wij nu juist contant geld bij ons hebben. Als we het telefoonnummer op het station vermeld staat draaien, arriveert er binnen drie minuten een vriendelijke Noor, die zijn creditkaart trekt en voor 4000 kronen diesel afrekent, die we hem uiteraard ogenblikkelijk contant uitbetalen. Rond 12.00 vertrekken we en motoren we tegen de zuidwesten wind de fjord uit. Na Kaap Lista kunnen de zeilen erop en na Lindesnes, een kleine 20 mijl naar het oosten, wordt het bijna voor de wind. De wind is echter zo zwak dat we de motor op 1000 toeren bij laten staan – zo houden we een redelijke voortgang van ongeveer 5
knoop. De Johanna Hendrika heeft vier zeilen achter elkaar: kluiver, fok, middenstagzeil en bezaan. Op koersen met zeer achterlijke wind ben je dan in het nadeel en gaan de zeilen elkaar in de weg zitten. Een stagzeil te loevert uitbomen kan dan een oplossing zijn, maar het manoeuvreren met een zeven meter lange boom op het voordek is niet altijd even comfortabel. Een andere mogelijkheid is het voorde wind laveren. In ons geval is dat ook om andere redenen handig. De scheepvaartroute langs de Noorse kust is redelijk druk en al laverend kunnen we uit die route komen. We zetten eerst koers naar de Deense westkust en gijpen in de loop van de nacht naar een koers ongeveer in de richting van het Zweedse Uddevalla. Zondagmorgen rond 20.00 gijpen we nogmaals. De wind is inmiddels iets toegenomen en de motor gaat uit. We kunnen nu met de wind iets achterlijker dan dwars met zo'n 8,5 knoop rond Kaap Skagen het Kattegat inzeilen. Het stuk dat we vlak langs de Noorse kust varen is met de lichte wind en het heldere weer heel erg mooi. In het felle harde licht tekent de Noorse rotskust met hier en daar een gehucht of een eenzame vuurtoren annex woonhuis zich prachtig af. Met een stevige aanlandige wind moet je hier trouwens wel oppassen. De Noorse bergen zetten zich onder water in zee door en kunnen gevaarlijke golven doen ontstaan. Nabij Kaap Skagen zet de wind door tot een dikke zes. Het lijkt verstandig om de net gerepareerde bezaan te reven, maar Dick ziet een scheurtje bij de bovenste smeerreep en weet het zeil wederom zonder verdere schade naar beneden te krijgen. We gaan op fok en kluiver rond Kaap Skagen. Tegen de wind in laveren op alleen de voorzeilen wil niet erg, dus wanneer we de wind na de kaap op de kop krijgen, gaan de laatste zeilen eraf
en tuffen we op de motor naar Saeby, een haven aan de Deense oostkust. Dick is er vroeger wel eens geweest en herinnert zich dat er in ieder geval een bouwmarkt is, waar lijm voor een volgende zeilreparatie te koop is. maandag 9 juni 2008
Van Noorwegen naar Denemarken
Oostzeereis 2008
Terug