Johanna Hendrika’s website
Joke vliegt maandagmiddag om een uur
terug naar huis. Diezelfde middag
vertrekt ook de Johanna Hendrika uit
Tallinn. Na vertrek proberen we te
zeilen, maar de Noordenwind is
minimaal en na twee uur gaat de motor
aan. We varen een westelijke koers en
proberen zo noordelijk mogelijk de Finse
Golf uit te komen en zo dicht mogelijk
langs de Aland archipel te varen.
Mogelijk kunnen we dan Mariehamn nog
aandoen, de hoofdstad van de
eilandengroep. Vandaar lukte het de reder
Gustaf Erikson nog om tot de Tweede
Wereldoorlog een vloot zeilende
vrachtschepen in de vaart te houden. Een
van die schepen, de Pommern, is als
museumschip in de haven van Mariehamm
achtergebleven.
Na drie uur 's nacht neemt de wind toe en
kunnen we weer zeilen. De windrichting
blijft noord, zodat we onze koers kunnen
handhaven. Rond half twaalf
dinsdagmorgen is het weer afgelopen met
de wind en gaat de motor aan. In het
noorden passeren we eiland na eiland: de
Aland archipel bestaat uit ongeveer 6000
eilanden, voor het merendeel kleine
onbewoonde rotseilanden. Dick ziet tijdens
zijn wacht hoe vlakbij de boot een zeearend
een meeuw uit het water grijpt en als prooi
meeneemt. Tegen zes uur 's avond neemt
de wind weer toe tot kracht drie, nu uit het
noordwesten. Bezaan, middenstagzeil, fok
en kluiver gaan weer omhoog. Ruim veertig
mijl voor ons ligt het eilandje Flotjan met
vuurtoren en dat kunnen we net bezeilen.
Vanaf daar hopen we over de andere boeg
Mariehamn te kunnen bezeilen.
We hebben wat pech. Al eerder leek het
alsof de marifoon af en toe wegviel, maar er
was geen oorzaak te ontdekken. Nu houdt
hij het definitief voor gezien. Tijdens mijn
wacht probeer ik het euvel op te sporen.
Vermoedelijk is er een interne kortsluiting in
de marifoon; zodra de stroom wordt
aangesloten smelt de zekering. Hier moet
een radiomonteur aan te pas komen. Door
al het gedoe met de bedrading lijkt de
dieptemeter het ook niet meer te doen.
In de haven van Tallinn was de koelkast
er ook al mee opgehouden. Gelukkig
hebben uit uit onze charterperiode twee
koelkasten aan boord overgehouden,
zodat we met de andere verder kunnen.
Als we tijdens de overtocht de generator
draaien komt er verdacht weinig
koelwater uit de uitlaat: in Mariehamn
moet de impeller gecontroleerd worden.
Gelukkig zet de wind door en 's nachts
om kwart over een passeren we Flotjan.
We kunnen noordwaarts naar
Mariehamn. De stad over de andere
boeg bezeilen lukt net niet; de wind is
iets te noordelijk geworden, waardoor we
de laatste zestien mijl op de motor
afleggen. Woensdagmorgen om vier uur
passeren we de Pommern, die daar na
zijn laatste vrachtreis in 1939 ligt te
dromen.
De Aland archipel strekt zich vanaf de
Finse kust uit tot op ongeveer vijftig mijl
van de Zweedse hoofdstad Stockholm.
De voertaal is er Zweeds en het gebied
is grotendeels autonoom: men heeft er
een eigen vlag, eigen postzegels en ook
een eigen belastingsysteem. Het is een
prachtig, grotendeels ongerept
natuurgebied met vele natuurlijke
havens; er is genoeg moois te zien om
maanden rond te varen. Daar is in het
kader van deze Oostzee rondreis geen
tijd voor en ik hoop er nog eens terug te
kunnen komen.
Mariehamn en de Aland archipel - 1
Oostzeereis 2008