Johanna Hendrika’s website
Het flitsende winkelcentrum nabij de
jachthaven blijkt een afknapper; in de
supermarkt is weinig keuze en de
kwaliteit is slecht. Gelukkig is er in de
stad ook nog een mooie overdekte
markt, een eind negentiende eeuwse hal
met een grote vismarkt in de kelder,
rondom een aquarium, en bovengronds
een enorm aanbod van vleeswaren,
groenten, brood en allerlei lekkernijen.
Rond twaalf uur vertrekken we met een
westelijke wind van rond kracht drie en
helder, zonnig weer. We varen
vijfentwintig mijl rustig langs de kust,
waar het overal diep genoeg is, en
komen rond half zeven in het vissersdorp
Pavilosta aan, enkele straatjes met
vooral houten huizen aan een riviertje,
omringd door bosgebied. We brengen er
een rustig dagje door. Dick ontmoet aan
de haven een hier wonende Duitse zeiler,
getrouwd met een Letse, die ons enkele
waardevolle tips geeft. Hij raadt ons een
aantal havens aan de Golf van Riga af,
waaronder Engure, Mersrags en Jurmala,
vanwege ondiepte en waarschuwt ons
voor den hoge havengelden in Riga en in
Visby op Gotland. Op dat Zweedse eiland
beveelt hij ons Hervik aan de oostkust aan,
waar de ligplaatsen nog gratis zouden zijn.
Het volgende traject, Pavilosta-Ventspils,
verloopt hetzelfde als dat naar Pavilosta:
zonnig weer, een westelijke wind rond 3, die
ons met ongeveer 5 knoop in de goede
richting brengt. Ventspils is een
petrochemiehaven, waar de Johanna
Hendrika negen jaar geleden al eens was.
Het is voor ons de uitvalsbasis voor een
tocht naar het geïsoleerd liggende Estse
eiland Ruhnu, midden in de Golf van Riga.
Omdat we laat in Ventspils aankomen en 's
morgens vroeg weer willen vertrekken laten
we de stad, die niet echt bijzonder is, links
liggen. Als ik Dick zoek vind ik hem in de
kombuis van een Letse vistrawler aan de
andere kant van de steiger. Daar is het een
gezellige boel. De volgende dag is het een
nationale feestdag in Letland, de bemanning
gaat thuis in Riga feestvieren en drinkt zich
in de kombuis al een beetje in. Ze zitten
rond de tafel, waarop prominent een enorme
fles met 4,5 liter wodka staat. Als overal in
dit gebied klagen de beroepsvissers steen en
been over de slechte visstand en over de
bureaucratie: iedere gevangen vis moet met
maat en al geadministreerd worden. Maar ze
zijn gastvrij en gul en Dick komt aan thuis
met een zak met schol en Russische
ingeblikte vis.
Na zo'n avond is het de volgende dag even
op gang komen, maar we slagen erin om
om half acht te vertrekken voor de tocht
naar Ruhnu, een kleine 70 mijl. Maar van
zeilen komt het nauwelijks. De zeer
lichte zuidwesten wind van omstreeks 1
a 2 Beaufort verdwijnt nu en dan
helemaal en de zeilen hangen slap naar
beneden. Het wordt de hele dag op de
motor varen en om half acht
zaterdagavond liggen we voor de wal in
Ruhnu. Een bezoek aan Ruhnu is een
oude wens. Negen jaar geleden werd het
ons sterk afgeraden. De haven zou te
ondiep zijn en de route ernaartoe
bezaaid met enorme keien,
ongemarkeerd. Met veel spijt zeilden we
's nachts, onderweg van Kuressaare naar
Riga, het eiland in de lengte langs en
zagen we urenlang de lichtflitsen van de
vuurtoren. Maar de informatie van de
Finse jongens, die ons schip in Liepaja
bezochten, blijkt te kloppen. De haven is
helemaal vernieuwd en met
geleidelichten en een aanloopboei is een
toegang aangegeven, waar vier tot vijf
meter water staat.
zaterdag 12 juli 2008
Liepaja - Ventspils - Ruhnu - 1
Oostzeereis 2008