Home
Johanna Hendrika’s website
Verder
De volgende dag zeilen Jurgen en zijn vrouw en Albertas en enkele vrienden meer naar Nida, vijftien mijl naar het zuiden, vlakbij de Russische grens. De omstandigheden zijn ideaal. De route is ruim bezeild zodat we in alle rust onder zeil door de betonde geul in het haf heen kunnen en het is warm en zonnig met wat lichte bewolking. Joke zorgt onderweg voor soep en hapjes met een glaasje wijn, zoals we dat tijdens onze charterperiode gewoon waren - de dag kan niet meer kapot, vindt iedereen al snel. De landtong is hier op zijn mooist, met duinen over de gehele breedte. Oorspronkelijk bestond vrijwel het hele gebied uit stuifduinen. Deze raken meer en meer begroeid, maar hier zien we nog iets van het oorspronkelijke landschap. Vlak voor Nida barst er een hevige onweersbui los en we arriveren er in een flinke wind onder stromende regen. Ondanks dat komt de zeer vriendelijke havenmeester aangesneld om een lijn op te vangen. Hij is blij met bezoek uit Nederland, hijst onmiddellijk een Nederlandse vlag aan de vlaggenmast op
de haven en geeft ons korting op het havengeld. De haven is uitgevoerd in ruwe, ongelijk liggende betonplaten en dateert duidelijk uit de Sowjet-periode; hij dient zowel als jachthaven en als vissershaven. Nida, vroeger Nidden, is het grootste dorp aan deze zijde van het haf. Het vroegere vissersdorp is nog duidelijk herkenbaar met zijn lage houten huizen vlak langs het water, steeds met een stukje grond waar de netten konden uithangen. In een van deze huizen is een museum aan de geschiedenis van de visserij gewijd, in de overige voormalige visserswoningen zien we dure auto's in de tuin staan. De mastbekroningen die de vissersschepen vroeger sierden, worden echter gekoesterd, we zien ze overal op de huizen staan en in de tuinen. In de haven liggen twee replica's van Koerlandse kanen; een ervan maakt tochtjes met passagiers. De bewogen geschiedenis van de streek wordt met een zekere gelatenheid ervaren, zo is te zien aan de foto's in het visserijmuseum. We zien foto's van huizen in andere delen van Rusland, die de teruggeplaatste Litouwers moesten achterlaten, maar ook van huizen in Duitsland, waar gevluchte bewoners zich na de oorlog vestigden. De portrettengalerij is navranter. We zien hoe iemand zich tijdens het interbellum in het uniform van het Litouwse leger liet fotograferen en nog geen tien jaar later in een SS-uniform. Een ander, in het uniform van de Duitse Kriegsmarine, zien we enkele jaren later opnieuw afgebeeld in dat van het Rode Leger. We stappen maar weer eens op, wandelen wat door het dorp en bezoeken de villa, waar de schrijver Thomas Mann in de vroege jaren dertig gedurende de zomer met zijn familie bivakkeerde. Als zoveel andere luxueuze vakantieverblijven in het dorp is Mann's villa opgetrokken in de stijl van de visserswoningen, maar groter en met een
meer verfijnde detaillering. De villa staat bovendien niet aan het water, maar op een heuvel, en biedt een prachtig uitzicht tot aan der landzijde van het haf. De landtong staat als natuurgebied op de lijst van Unesco erfgoederen. Aan de overzijde van het Koerlandse haf bevindt zich echter nog een bijzonder gebied, de moerassige delta van de rivier Nemunas, vroeger Memel. Volgens de kaart zouden we er moeten kunnen varen en we peilen er inderdaad drie tot vijf meter diep. Een paar mijl varen we tussen riet en geboomte door.
We zijn vandaag niet op onszelf. De vorige dag hebben in Nida een een aantal studenten van een kunstacademie op de pier zitten tekenen, o.a. ook ons schip. Dick is een avondje met ze op stap geweest en ze willen graag een dagje meevaren. Dat kan. De volgende morgen komen ze beladen met eten aan boord en we ontbijten met pizza. Het is een prachtige dag, om op de rivierdelta te kunnen komen moeten we het hele haf rond en we genieten van de bijzondere natuur. De studenten tekenen schip en omgeving en laten wat van hun werk bij ons achter. We overnachten weer in Juodkrante, vanwaar de studenten met de bus terug naar Nida gaan, en vertrekken de volgende ochtend, maandag, bijtijds naar Liepaja, 60 mijl noordelijker aan de Letlandse kust. Het is bewolkt met aanvankelijk af en toe wat motregen. De wind laat het vooralsnog afweten; op de motor lopen we met 1000 toeren – we zijn zuinig met de dieselolie – zo'n 5,5 knoop. In de loop van de dag klaart het op en tegen vieren steekt er wat wind op
ut het westen. Onder kluiver, fok, middenstagzeil en bezaan zeilen we langs de Baltische kust. Om half negen komen we aan in Liepaja. dinsdag 8 juli 2008
In en om het haf en naar Liepaja - 2
Oostzeereis 2008
Terug